Ik heb net de melding van Strato (de website-bouw-provider) weg geklikt, waarin werd aangegeven dat 1920 inmiddels werd gepubliceerd en nu zichtbaar is voor allen die daar al met smart op zaten te wachten. Weliswaar zei ik in het 1920-verhaal dat ik best nóg een verhaal lang die buffel-koeien kon en wilde handhaven, en dat heb ik immers ook gedaan, maar ik ben lekker weer terug bij de oude vertrouwde Nederlandse melkkoeien.
Nog een melding van iets huishoudelijker aard: In vervolg op de vraagtekens, die ik stelde aangaande de mogelijke behandeling van de kastanjeboom op het kerkhof aan het Kerkpad, moet ik helaas vaststellen dat er geen enkele, voor mij zicht- en/of merkbare, pogingen worden ondernomen om die boom te beschermen tegen het kwaad dat tot veel erger zou kunnen leiden. De laatste opmerking die mij ter oren en ogen kwam, was dat er afgewacht gaat worden in welke mate de boom volgend jaar blad zal gaan produceren.
Vervolgens richt ik me maar weer op waar ik meer verstand van heb dan van Mineermotten en kastanjebomen en dat zijn dan weer de overleden personen, voor wat betreft het jaar … Maar eerst, voor de broodnodige afwisseling, een vrij willekeurige greep uit de kranten:
Altijd al vroeg en vraag ik me af hoe de keuze van getuigen op akten werd bepaald. Volkomen willekeurig? Toevallige passanten? De broodbakker, die per ongeluk net langs komt om brood te bezorgen? Een gemeentelijk collega, die toevallig in de buurt is?
Op deze akte van overlijden, van Maria Barten, die op 15 januari 1921 overlijdt, is het Jan Willemse die één van de getuigen is. Hij is landbouwer van beroep en je vraagt je af of hij dan niet land moet gaan bouwen in plaats van getuigen? Of, nog een zich chronisch repeterende vraag, … kregen getuigen geld voor het getuigen?
Het risico dat je loopt, is dat getuigen die de overledene niet –goed genoeg- kennen, zomaar foute/niet helemaal correcte, gegevens zouden kunnen verstrekken, die bijna nooit meer aan het licht komen. Tot ik ze opmerk, omdat ik doe wat ik al lange tijd doe.
Ik neem niet aan dat welke persoon dan ook nauwelijks of geen kwellingen ervaart, vanwege deze foute volgorde van de voornamen. Maar het zou daarom dan ook beter zijn om echte familie als getuige te hebben, die beter zouden moeten weten.
9 Kinderen tel ik zomaar in de dossiers van deze twee echtgenoten. |
Prachtig, telefoonnummers met slechts drie cijfers. Op de foto boven de onderste zijn het er ... 4!
Deze akte beschijft het overlijden van Gerarda Cornelia van Avezaath, die weliswaar werd geboren in Maasbommel, maar die overlijdt te … Leiden, op 17 februari 1921. De vraag zal nooit beantwoord worden, maar je kunt de vraag nog steeds stellen, namelijk wat deed zij toch helemaal in Leiden? Werkster?
Ik heb deze akte van overlijden hier geplaatst met de intentie om daar dan ook de originele akte van overlijden bij te plaatsen zoals die werd opgesteld in Leiden. Maar dan ga je, zo blijkt maar weer, van de verkeerde gedachte uit, dat als de Dreumelse akten van overlijden tot en met 1960 digitaal en openbaar zijn, dat dat bij Leiden ook het geval is. Maar dat is een domper. Ze komen niet dichterbij dan 1882. Niet te geloven dat zo een grote stad zo ver achter loopt met deze, maar ook de geboorte- en huwelijks-akten. Allemaal gaan ze niet verder dan 1882, dat is toch maar liefst 135 jaar geleden. Al làng voorbij de periode dat akten nog niet openbaar gemaakt mogen worden.
Nóg een reden om blij te zijn dat ik in Dreumel woon en leef!
Maar ... het blijkt telkens wéér waar te zijn ... De Aanhouder Wint (meestal)!
Ik vroeg me, na bovenstaande hier geplaatst te hebben, af hoe het toch kan dat de Leidense akten zo ver achter blijven, in vergelijking met vrijwel alle andere, en meestal veel kleinere, gemeenten, die ik digitaal bezoek om akten op te sporen. En dan kom ik terecht op de website van https://www.erfgoedleiden.nl/collecties/personen/zoek-op-personen/persons?ss=%7B%22q%22:%22avezaath%22%7D .
Op WieWasWie had ik al gevonden dat het aktenummer van de akte van overlijden van Gerarda Cornelia van Avezaath nr. 168 is en laat ik die nou nog terug kunnen vinden ook nog. Weliswaar lijkt het een soort negatief, maar haar gegevens zijn duidelijk te onderkennen. Eerst wil ik u laten zien hoe die verzamelde akten er uit zien ...
En dan de akte van Gerarda Cornelia van Avezaath eruit gelicht:
En als je dan een negatief ... negatief maakt ...
Een héél bevredigende zoektocht, die tenslotte toch een positief resultaat scoort. Ik vraag me overigens nog wel af waar de gegevens van de overledene vandaan komen die op deze akte worden beschreven. Ik neem maar aan dat de beide getuigen ongeveer net zo willekeurig als in Dreumel getuigen, en geen enkele kennis hebben van of over de overledene. Zou er iemand, die haar kende, samen met haar in Leiden hebben vertoefd, dan zou je vermoeden dat die specifieke persoon als getuige bij geschreven zou zijn. Zulks is echter niet het geval en dus weet ik het niet.
Die site over weefgetouwen kunt u op bovenstaande afbeelding niet aanklikken, maar hier wel: http://www.ijzereneeuw.nl/stoom/weefgetouwen/
Elisabeth Sas overlijdt op 54-jarige leeftijd in Dreumel, op 6 maart 1921. Ik keek even vreemd op dat zij getrouwd was met Krijn Sas, een achternaam-genoot, en dat roept natuurlijk luidkeels om een speurtocht naar beider ouders.
Op de trouwakte van 22 april 1890 kunnen we duidelijk lezen dat de ouders van Krijn Sas … Jan Sas en Maria de rijk waren.
En die van Elisabeth Sas … Aaldert Sas en Cecilia Smulders.
Maar het zou nog kunnen dat de ouders van hun beider vaders relatie van elkaar zijn geweest. Eens kijken of ik daar ook gegevens van heb.
Jan (Johannes) Sas en Maria de Rijk trouwen in Dreumel op 13 september 1849 en de ouders van Jan waren … Gerrit Sas en Catharina van Soest.
Aaldert Sas en Cecilia Smulders trouwen in Dreumel op 4 juli 1865 en de ouders van Aaldert waren … Francis Sas en Elisabeth Kooijmans.
Gerrit (Gerardus) Sas en Catharina van Soest trouwen in Dreumel op 18 november 1817 en de ouders van Gerrit waren … Willem ?? Sas & Alemie van der Eijck.
Francis Sas en Elisabeth Kooijmans trouwen in Dreumel op 22 mei 1835 en de ouders van Francis waren … Nicolaas Sas en Hendrica Vos.
Derhalve … geen enkele relatie tussen Elisabeth Sas en haar echtgenoot Krijn Sas.
Ze, Willemina van Beest, wordt in Dreumel geboren, op 28 december 1852, als dochter van Jacobus van Beest en Petronella van Wichen.
Op 24 oktober 1877 trouwt ze in Deumel (▼) met Peter van Oorschot, die overlijdt (▼) op 4 augustus 1885, na 8 jaar huwelijk.
Jan Crijne Smulders overlijdt echter op 12 november 1916 (▼), waarna ze voor de tweede keer weduwe werd. En dat is niet meer veranderd tot ze zelf overlijdt, weer te Dreumel, op 26 april 1921.
Arnoldus van Meurs overlijdt in Dreumel, op 29 mei 1921. Zijn vrouw, Anna van Hoften, doet hetzelfde in dezelfde gemeente, alleen op 20 november 1924. Beide overledenen werden naast elkaar begraven op het protestantse kerkhof aan het Kerkpad te Dreumel.
Al doende met het zoeken naar artikeltjes die in de diverse kranten werden geschreven over Dreumel, kom ik een dergelijk artikeltje tegen in de Noordbrabantsche en ‘s-Hertogenbossche Courant. Bestaande uit maar liefst 56 bladzijden, hoogst ongebruikelijk. Maar het komt ook maar ééns voor dat een krant al 150 jaar bestaat en om dat te vieren werd deze speciale uitgave gepubliceerd. Zelfs deels in kleur !! Meer dan voldoende aanleiding om àl die bladzijden apart te verwerken in een ‘tussendoor’ verhaal op deze website. U kunt het lezen door HIER te klikken.
Negentien jaren jong is hij mogen worden. Theodorus Berdinus Maria Broeders, zoon van Hendrikus Broeders en Maria Salet. Vader Broeders meldt zich op 9 juli 1921 op het Dreumelse gemeentehuis om te komen aangeven dat zijn zoon op 8 juli is overleden.
Minder dan twee weken eerder was vader Broeders ook al op het gemeentehuis. Die keer om aan te komen geven dat zijn vrouw, Maria Salet, was overleden, op 23 mei 1921.
Exact 21 jaar nadat ze met elkaar in het huwelijk traden, in Dreumel, op 23 mei 1900.
Hermanis Pellen, in Est geboren, overlijdt in Dreumel, op 15 oktober 1921. Eén van de aangevende getuigen die aangifte komen doen, is Carel Nieuwenhuis. Die achternaam is nieuw in het Dreumelse aktenlandschap, maar zijn beroep zo mogelijk nog meer. Hij is Postconducteur. Voor het eerst zie ik dit beroep in al die ??-duizenden akten, die ik inmiddels verwerkt heb.
Op internet worden niet zo heel veel verklaringen ten beste gegeven, maar de best passsende lijkt mij deze : ‘Conducteur der Brievenmalen’.
Postkantoren werden ingevoerd op het treinennet, dat zich gestaag uitbreidde.
Zo kon de post al verwerkt worden tijdens de treinreis en werd een enorme tijdwinst geboekt. De naam ‘Conducteur der Brievenmalen’ veranderde later (rond 1919-1920) in ‘Brievenconducteur’. |
Thomas Pardoel wordt in Leeuwen geboren, maar zijn geboorteakte wordt in de gemeente Wamel uitgeschreven. Zijn geboorte vond plaats op 6 januari 1845. Zijn moeder is Johanna Pardoel en zijn vader is … onbekend!Op 26 februari 1879 trouwt hij, te Wamel, met Wilhelmina van Maurik.
Op 26 februari 1879 trouwt hij, te Wamel, met Wilhelmina van Maurik.
En op de eerste december 1921 overlijdt hij in Dreumel, inmiddels weduwnaar van Wilhelmina van Maurik, die op 9 juni 1918 overleed in Leeuwen.
De eerste keer, op 19 december 1921, vervoegt Johannes Franciscus Gerlag zich bij de gemeentelijk secretaris om het overlijden te melden van zijn, en Allegonda Wilhelmina Mijdam’s, 2 jaar jonge dochter, Theodora Johanna Gerlag, op 17 december 1921.
De tweede keer, op 27 december 1921, vervoegt Johannes Franciscus Gerlag zich wederom bij dezelfde gemeentelijk secretaris om het overlijden te melden van zijn, en Allegonda Wilhelmina Mijdam’s, 5 jaar jonge zoon, Karel Gerlag, op 26 december 1921.
www.ensie.nl : Redemptoristen: Aldus heeten de leden van een geestelijke orde, in 1732 door Alfons Maria van Luguori gesticht ▲ Zij houden vooral op het platteland predicatiën tot versterking van het geloof (inwendige missie of zending) ; ook wijden zij zich aan de zielzorg. Zij begonnen hun werkzaamheden in Zuid-Italië en op Sicilië, en zijn thans nagenoeg over de hele wereld verspreid. (Red.: Kan niet definiëren waarin ze verschillen van ‘gewone’ katholieken.
Hendrika Megens wordt in Wamel geboren, op 29 november 1864. Haar ouders zijn Willem Megens en Maria van Fulpen.
Zij trouwt in Dreumel, met Petrus Hermanus Theodorus Maria van Deursen, landbouwer van beroep, op 26 mei 1902.
Petrus Hermanus Theodorus Maria van Deursen overlijdt in Dreumel, op 16 november 1919, oud 52 jaar. Als zijn beroep wordt landbouwer opgegeven.
Hendrika Megens overlijdt, ook in Dreumel, op 7 februari 1946, oud 81 jaar.
Het echtpaar heeft geen kinderen gekregen.
Hoe is het zo gekomen dat dit echtpaar beschikte over gebouwen en grond, dat de weduwe van Deursen-Megens afstond opdat er een klooster gesticht kon worden? ‘Piet’ van Deursen was immers landbouwer en is dat altijd gebleven. Net als zijn vader overigens, Johannes van Deursen, die getrouwd was met Mechalina van Kampen. En de vader van Johannes van Deursen, Peter van Deursen, getrouwd met ‘zijne huisvrouw’ Barbara van Hellouw, was ook landbouwer.
Maar op de site van http://www.dbnl.org/tekst/schu211land02_01/schu211land02_01_0011.php wordt verklaard hoe de familie van Deurs(s)en in het bezit kwam van dit gebouw/deze gebouwen en landerijen:
“… Volgens de leenaktenboeken werd Zeger van de Poll in 1402 beleend met in de Waal tegenover Dreumel gelegen waarden en zanden en met het dagelijks gericht en de vonden van Dreumel. Zijn zoon Zeger werd in 1413 met het half-dagelijkse gericht beleend, welke belening zijn nakomelingen in de geslachten Van Balveren en Pieck ook ontvingen, totdat Barbara Pieck, gehuwd met Gerard van de Poll, dit leen in 1621 met de andere helft van het gericht vermeerderde. De beleningen hebben voortgang gevonden tot in het begin van de 19de eeuw in het geslacht Scherpenseel. Deze laatste familie verkocht in 1850 de goederen in Dreumel aan de familie Van Deurssen. Het Huis te Dreumel, ook wel Pollestein geheten, zou kort nadien gesloopt zijn. Het is evenwel de vraag wat men heeft gesloopt. Op het kadastraal minuutplan komt de kasteelplaats met de vermelding ‘Het Huis Dreumel’ nog volledig tot zijn recht als een door een singel omgeven terrein met in de zuidwesthoek een door een brede gracht omringd klein rechthoekig perceel, dat wellicht de oude standplaats van de Pollestein is. Tegen de zuidrand van het grote terrein staat een lang rechthoekig gebouw, ter plekke van het huidige pand…”
De afsluiting van het registerjaar 1921 wordt uitgevoerd door de secretaris Aloijsius Adrianus Josephus van Erp.
Geen alphabetische tafel aanwezig in het register, en dus ...
Het allermeest opvallende is dat er dit jaar geen levenloos geboren kinderen hoefden te worden geregistreerd … fantàstisch !!
Naar mijn idee is het wel geslaagd, die mix van akten en krantenberichten, die ik in bovenstaand verhaal voor het eerst zo presenteer. Het geeft een aardig beeld van wat er speelde in en rond Dreumel, en soms verder weg. Het zou zomaar kunnen dat ik die mix handhaaf in de nog komende verhalen. Het verschaft meer cachet aan de inhoud van de verhalen, die tot nu toe vrij 'droog' van inhoud waren. Ook al probeer ik op alle mogelijke manieren, daar waar dat passend lijkt, wat jus eraan toe te voegen, door meer weer te geven dan slechts akten van overleden Dreumelnaren en Dreumenaressen.
Zou dat niet mijn constante streven zijn, dan was ik ook nooit die jubilerende krant tegen gekomen, waarover ik een speciaal 'tussendoortje' samen stelde (Klik HIER).