OLD COWS           
Van Toen - Voor Nu -  Voor De Toekomst                     

Om maar eens met iets serieus te beginnen … zeer oprechte verontschuldigingen als ik mogelijk heel ver naast planken sla met het navolgende verhaal. Ik ben een ongelovige. Al deden mijn ouders, die slechts tijdens één kerstavond per één jaar een kerk van binnen zagen en dan nog alleen m’n moeder, het voorkomen alsof we protestant zouden zijn.

Maar afgezien van fel protesteren tegen teveel schriftelijke examens op één dag toen ik in het grijze verleden eens examen moest doen voor de Middelbaar Technische School (en ondanks dat –pas de 2e keer- slaagde) en afgezien van mijn afkeur duidelijk uitspreken toen ik tijdens mijn militaire dienstplicht eens werd gedwongen midden in de winter een stormbaan af te werken, omdat ik geweigerd had m’n handen uit m’n zakken te halen, toen het een keer -10 graden vroor … heb ik in mijn hele leven niet zo vaak geprotesteerd ! 



« « Anne de Vries, waarvan ik me 50 jaar na dato, nota bene nu pas, realiseer dat Anne ook een mannennaam kan zijn, daar waar ik al die 55 jaar Ik ben nu 2016/63) heb gedacht dat het een vrouw was, schreef eens een kinderbijbel, waar thuis na afloop van elke warme avondmaaltijd door mij of mijn zusje uit voor gelezen werd. Op bevel van vooral ons vader. 

En we baden zowel vóór en voor als na afloop van elke maaltijd. Respectievelijk om de spijzen eerst gezegend te krijgen en daarna omwille van dat het genuttigde ons goed zoude moge bekomen. 

Oh ja, en mijn iets jongere zusje en ik verzochten, vlak voor het slapen gaan, gezeten op onze knieën, onze handjes stijf samen geknepen, goddelijke ondersteuning ten behoeve van een goede en langdurige nachtrust. Wellicht waren we thuis iets minder protesterend en toch iets meer protestant dan ik lang heb gedacht. 




Zeker in de jaren waarin mijn generatie groter en met name volwassener werd, waren er velen die een wat fanatieker en gedrevener hang hadden naar geloof en religie. Een gemeenplaats zou kunnen zijn dat naarmate je verder terug gaat in de geschiedenis, er een steeds toenemender en intensiever interesse bestond voor religie en steeds minder begrip voor waar de ander in geloofde. Zo waren er in de eeuw waarin de Burgerlijke Stand ontstond, veel meer katholieke en protestante scholen dan openbare scholen en werd het pas in 1917 wettelijk geregeld dat de katholieken niet meer zelf voor hun katholieke scholen hoefden te betalen. Het rijk nam die verantwoording toen pas over en betaalde voor en mee aan alle scholen, godsdienst gericht èn openbaar. Maar die al eeuwenlang rond de verschillende religies opgetrokken muren werden niet geslecht door wetgeving.


Het is kenmerkend voor deze bijna niet te overbruggen ravijn tussen het protestantisme en katholicisme dat er een verschil bestond in de benaming voor de persoon die werd uit gezonden, meestal naar een vreemd en ver land, om daar de mensheid te gaan –proberen te- bekeren. Was je van origine een protestant, dan wèrd je een zendeling. Was je daarentegen katholiek, dan wèrd je een missionaris genoemd, zodra je de Nederlandse grens was gepasseerd. Zo mogelijk nóg kenmerkender was dat dat verschil in naamgeving van dit uitzonderlijke beroep alleen in Nederland zo was en nergens anders in de wereld.  

Zo werd op ...


                                                    


                                                                               Pieter Jan Pennings wordt nog een enkel maal aangehaald in de pers. Zo staat in Rotterdamsch nieuwsblad van 19 augustus 1898  » » 




En in het Bataviaasch nieuwsblad van 8 mei 1899 wordt duidelijk gemaakt wanneer Pieter Jan Pennings naar Egypte reisde:

« «


Overigens … geeft Genlias (Voor ingewijden: dat toen dit verhaal werd opgesteld, nog bestond) weliswaar niet prijs wààr of hoe Everdina Pennings-Boshardt is overleden, maar de huwelijksbijlagen van Wamel gelukkig wèl. Waarbij de opmerking toch geplaatst dient te worden hoe uitermate fantastisch het is om een ruime eeuw later alsnog deze informatie te kunnen verwerken. Grandioos. 



          

Bij nader inzien en na voortschrijdend onderzoek hadden we deze kennis ook via een inmiddels gedigitaliseerde  Nederlandse krant tot ons kunnen nemen. In o.a. Het nieuws van den dag, kleine courant van 2 oktober 1901 wordt hiervan ook al kond gedaan: » » 

Lees meer over de reden waarom Everdina Bosshardt is 

overleden door op het navolgende PDF icoontje te klikken.  

Everdina Bosshardt
Werkzaam in Egypte:reden van overlijden.
De Grondwet 11-03-1913.pdf (16.74MB)
Everdina Bosshardt
Werkzaam in Egypte:reden van overlijden.
De Grondwet 11-03-1913.pdf (16.74MB)


Waarschijnlijk dat er kenmerkende nuanceverschillen zijn tussen hoe een huwelijk rond de eeuwwisseling (19e naar 20e eeuw) en anno-nu wordt georganiseerd en voltrokken.

In (Bron) “Rituelen en Tradities”  door Dhr.Jef de Jager … wordt beschreven dat …

Wie waren de bruiloftsgasten? Minimaal de kennissenkring en de hele familie, tot aan de achterneven en -nichten toe, en maximaal uit de hele familie en de hele buurt. Het eerste was onder de burgerij gebruikelijk. Weliswaar kende de aristocratie al in de achttiende eeuw het verschijnsel 'in stilte trouwen', waarbij bruid en bruidegom alleen en in doordeweekse kleren naar de kerk gingen, maar de burgerij verfoeide dit”.

   

Demograaf  Frans van Poppel, die promoveerde op Trouwen in Nederland. Een historisch-demografische studie van de 19e en de vroeg-20e eeuw. Hij betwijfelt zelfs of het aantal buitenechtelijke kinderen werkelijk zo sterk toenam. ‘Er zijn slechts van een paar Hollandse steden gegevens bekend. Maar huwelijken werden inderdaad uitgesteld, en dat bleef zo tot ongeveer 1850. In de jaren 1830 zijn mannen lange tijd gemobiliseerd vanwege de opstand in België. Ook woeden er aan het begin van de negentiende eeuw geregeld cholera-epidemieën. Dat zijn niet de ideale omstandigheden om te trouwen. Maar na 1860 gaat het hard met de Nederlandse industrialisatie en groeit de economie. Mensen hebben economische zekerheid en voelen zich safe genoeg om in het huwelijksbootje te stappen. En het huwelijk wordt een veilige haven voor vrouwen, die steeds verder worden teruggedrongen uit het arbeidsproces. In deze periode verandert het beeld van de ideale relatie wel degelijk. Van Poppel: ‘Er zijn tekenen dat mensen gelijkwaardiger partners kiezen. De leeftijden van echtgenoten bijvoorbeeld kruipen naar elkaar toe; het eerst in de lagere klassen – in de hogere klassen blijft de man gemiddeld vijf jaar ouder dan de vrouw. Tegelijk zie je wel vaker sociaal-economische verschillen tussen de partners. Deze verschijnselen wijzen op een romantisering van de partnerkeuze. Wat echter minder voorkomt, is trouwen buiten je eigen geloofsrichting. De toenemende verzuiling in de negentiende eeuw doet zich sterk gelden op relationeel gebied. Toch klaagt de burgerij nogal eens over de arbeiders, die massaal te jong en te ‘onbezonnen’ zouden trouwen. Eerder dan boeren en middenstanders, die geduld moeten hebben tot ze het bedrijf van hun ouders kunnen overnemen, verdienen arbeiders al op relatief jonge leeftijd een volwassen loon en zijn ze dus rijp voor de huwelijksmarkt. Rijk zijn ze echter niet en het komt nogal eens voor dat een pasgetrouwd stelletje moet aankloppen bij de armenzorg. Toch trekt men zich weinig van het gemopper aan. Van Poppel citeert in zijn boek een zeeman: ‘Maar komende reis ben ik vol matroos, dan heb ik wel negen gulden in de week. Dan ga ik mijn meissie vragen. Zij dient nou in Vlaardingen en zij heeft een aardige spaarpot; dan geef ik mijn moeder mostgeld en het overige leg ik weg tot ik genoeg heb voor de trouweratie. Wij mensen trouwen vroeg – want dan heb je een beter leven en dan weet je voor wie je werkt en als je thuiskomt, dan eet je vlees en die dagen aan den wal heb je het maar goed bij haar.’


Het meest kenmerkende echter van hoegenaamd elk huwelijk is toch wel dat zowel de bruid als ook de bruidegom bij de daadwerkelijke voltrekking daarvan persoonlijk aanwezig zijn. Maar dat is niet in alle gevallen zo … want je kon ook bij volmacht, ook wel “met de handschoen” genoemd, trouwen. Reden voor één van de partners om niet aanwezig te (kunnen) zijn tijdens de huwelijksplechtigheid was bijvoorbeeld de lange reistijd van zijn of haar woonplaats naar de locatie waar het huwelijk werd gesloten. Of als één van de twee in de gevangenis zit. 

En nu komen we dichter bij huis. Niet helemààl Dreumel, maar in Wamel, 5 kilometertjes verderop.

Pieter Jan’s tweede vrouw werd in de gemeente Wonseradeel geboren, op 29 september 1874. 


Haar vader, Adelbert Antonie Schouten is niet alleen predikant, maar woont, samen met zijn vrouw Ariska Hendrika Cornelia 

Janssen gedurende die periode van hun levens, in Exmorra. Hè, wààr ?!

Ja, Exmorra, Google Maps geeft aan dat het ten westen van Bolsward, Friesland, ligt:

Op de website van de Dreumelse geschiedkundige Stichting Tremele wordt uitgebreider stil gestaan bij deze predikant, die als dominee een aantal jaren (1892 - 1914) heeft gediend in Dreumel en het zeer nabij gelegen Wamel. Hoe en waar exact Pieter Jan Pennings zijn tweede vrouw heeft ontmoet, wordt weliswaar verder in de annalen der geschiedenis niet onthuld, maar dat het rond of in een van deze woonplaatsen zal hebben plaats gevonden, lijkt een hele redelijke aanname.

Om bij volmacht te kunnen trouwen heb je, het zal niet zo zijn, alweer een document nodig waarop een persoon, bijvoorbeeld een kanselier van een Nederlands Consulaat in … ik noem maar wat … Caïro … in zijn officiële bevoegdheid als vertegenwoordiger van de burgerlijken stand officieel aantekent wie degene zal zijn die, in plaats van de echte echtgenoot, diens gevolmachtigd plaatsvervanger zal en mag zijn.  

Hieronder de trouwakte van Pieter Jan Pennings en Maria Cornelia Schouten, die op 6 december 1905 met elkaar in het huwelijk treden. Bij volmacht, wel te verstaan. 

Op het eerste blad van deze huwelijksakte wordt het volgende geschreven …  

…. Verschenen : ter eenre Adelbert Antonie Schouten oud vijf en vijftig Predikant bij de hervormde Gemeente te Wamel, die krachtens de hierbij overgelegde authentieke akte van bijzondere volmacht vertegenwoordigd Pieter Jan Pennings missionaris weduwnaar van Everdina Bosshardt … oud een den dertig jaren, wonende te Kaliub Egypte meerderjarige zoon van Pieter Jan Pennings overleden…

Als één van de in deze huwelijksakte opgenomen vermelding van aangeleverde akten, wordt als vierde genoemd … een certificaat van voldoening aan de nationale militie door den bruidegom … Wederom wordt dit certificaat getoond bij de Wamelse huwelijksbijlagen … Het lijkt er sterk op dat Pieter Jan Pennings 7 jaren het vaderland heeft gediend! Maar eerder in dit verhaal werd al aangetoond dat hij in 1898 naar Egypte is gereisd. Hij zal ontzegging hebben verkregen vanwege zijn opleiding tot geestelijke.



Een zesde document dat met name voor de eerder genoemde huwelijksvoltrekking moest worden aangeleverd was … Een Koninklijk besluit, waarbij aan den bruidegom vergunning wordt verleend zijn huwelijk bij gemachtigde te doen voltrekken …  

Eigenlijk een Koninginnelijk besluit, aangezien …

« « Wilhelmina (Helena Pauline Maria) in 1890 koningin der Nederlanden was geworden. (Bron:www.inoudeansichten.nl). Zij, hoogst waarschijnlijk niet persoonlijk, maar één van haar onderdanen, stelde dit besluit op … in hààr naam … 

Pieter Jan Pennings woont dus in Kalioub, in Egypte, een klein plaatsje ten noorden van Caïro. Inderdaad, de afstand tussen Nederland en Egypte is ruwweg 3200 kilometers. Niet echt makkelijk om dan “even” over te komen om te trouwen.

Hoe zouden hij en zijn reisgenoten daar naartoe gereisd zijn ? Het eerste schip voer op 17 februari 1867 al door het Suezkanaal, dat in 1869 officieel werd geopend. Het is alleszins voorstelbaar dat Pieter Jan Pennings & Co. door dit kanaal voer, vanaf het begin van het kanaal bij Port Said … 

Eenmaal daar (wanneer voor het eerst ?) gearriveerd, begint Pieter Jan Pennings zijn missiewerk en wordt hier ook aandacht aan besteed door de media. (Bron : www.dbnl.org : Neerlandia – 10e jaargang – No. 11 – November 1906.). Links Dhr. en Mw. Pennings op onderstaande -veel te kleine- afbeelding, samen met dochter Liesje uit het eerste huwelijks van Pieter Jan Pennings. Liesje wordt al jong naar Nederland gebracht en door schoonouders opgevoed.

 

Het is voor dit artikel nauwelijks interessant, en waarschijnlijk uiterst moeizaam om nog te achterhalen wat P.J. Pennings  gedaan heeft, nadat hij (wanneer?) terug was gekomen uit Egypte. Hij woonde in ieder geval in Ouderrijn toen hij op 10 maart 1948 op 73-jarige leeftijd overleed. Van deze gebeurtenis werd aangifte gedaan te Utrecht waar zijn overlijdensakte dan ook als volgt werd opgesteld:

Maria Cornelia Schouten overlijdt op 7 februari 1955. Haar overlijdensakte is digitaal nog niet ter beschikking helaas.

Een paar zeer prangende vragen hebben me al lang bezig gehouden. 

 

De eerste: Welk meetbaar effect en nut heeft de ongetwijfeld tomeloze en zeer gepassioneerde inzet van Pieter Jan Pennings en zijn beider vrouwen en lokale medewerkers in Caïro gehad?

 

 

De tweede: Hoe zou de verhouding anno nu -anders?- zijn tussen wel en niet Mohammedanen als Pieter Jan & Co. zich niet onbaatzuchtig hadden ingezet in Calioub, Egypte?

 


Op beide vragen zal ik nooit een afsluitend antwoord kunnen krijgen.