(Terug naar Overledenen Protestants Kerkhof aan het Kerkpad te Dreumel. klik HIER).
Ooit was er aanleiding om veel aandacht te gaan besteden aan de achtergronden en geschiedenissen van alle overleden personen op de protestantse begraafplaats aan het Kerkpad te Dreumel.
Ooit was er aanleiding om alle geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten en huwelijkse bijlagen van alle Dreumelnaren te gaan registreren.
Ooit was er aanleiding om alle krantenartikelen in oude “couranten” te gaan onderzoeken en er een uitvoerig Word document van samen te stellen, over Dreumel en Dreumelnaren.
En al nog steeds doende met gehoor en praktische opvolging te geven aan al de bezigheden die voort vloeiden uit de bovengenoemde aanleidingen, zijn er op de meest onverwachte momenten weer en ineens nieuwe en tussentijdse motieven, om die eerdere aanleidingen even te laten voor wat ze zijn en onmiddellijk in te springen op de meest recente prikkels.
Zoals bijna altijd het geval is bij elk Ouwe koeien artikel, waarin dan wederom geprobeerd wordt om vast te leggen wat frappeert, soms choqueert, soms emoties opwekt en wat opvallend genoeg is en waarin een hoofdrolspeler of een beschreven onderwerp zo ver mogelijk boven het maaiveld uit getild wordt.
Toen verschenen ineens deze dramatische berichten in de destijdse kranten ...
Deze berichten en deze persoon brachten ineens weer van alles naar boven. Met de persoon Leendert Tap had ik al eerder “kennis” gemaakt in de periode (± 2009) dat ik zeer gedreven en gedurende erg lange tijd gezocht heb naar gegevens, anekdotes en foto’s over en van overleden personen, die begraven liggen op de begraafplaats aan het Dreumelse Kerkpad. Een prachtige Powerpoint presentatie, die meerdere uren duurt en waarin al deze informatie werd verwerkt, was en is het resultaat van al dat onderzoek.
Aangezien deze geüniformeerde persoon ook daar werd begraven, komt hij daar uiteraard ook in voor en op één andere overledene na, heb ik van slechts weinigen zoveel informatie, gegevens en foto’s aangereikt gekregen als over deze indrukwekkende en markante persoonlijkheid.
(Bron:http://www.politiemuseum.nl/UserFiles/File/politiegeschiedenis_op_hoofdlijnen.pdf ) In een beknopt historisch overzicht van de politie in Nederland door Jos Breukers, conservator van het Nederlands Politiemuseum, informeert hij ons over het volgende:
"De Gemeentewet van 1851 regelt de gemeentelijke politiezorg en kondigt regelingen voor de rijkspolitiezorg aan. Het Rijkspolitiebesluit van 1852 bepaalt dat de Rijkspolitie-zorg een taak is van de rijksoverheid, maar de regering en volksvertegenwoordiging kunnen het vooralsnog niet eens worden over de uitvoering van die Rijkspolitiezorg. De officieren, onderofficieren en aangewezen manschappen van de Marechaussee krijgen weliswaar algemene opsporingsbevoegdheid voor het hele rijksgebied (Wetboek van Strafvordering), maar het Wapen telt in zijn geheel ongeveer 400 militairen; plannen voor een forse uitbreiding van de sterkte en daarmee hogere kosten vormen een twistpunt tussen de departementen van Justitie en Defensie. Ordeverstoringen op het platteland als gevolg van voedselschaarste en vrees voor onrust onder de burgerij door burgerlijke revoluties in het buitenland (De Februarirevo-lutie in Parijs en de Duitse Vormärz van 1848) zetten de overheid aan tot actiever beleid.
Er is dringend behoefte aan meer rijkspolitie en besloten wordt tot de schepping van een landelijk Korps Rijksveldwacht. Dit gebeurt in eerste instantie kostenbesparend door commissarissen van Gemeentepolitie een commissie als rijksveldwachter te verlenen en de gerechtsdienaren (vroeger zonder opsporingsbevoegdheid!) en bezoldigde opzichters van jacht en visserij aan te stellen als onbezoldigde rijksveldwachters; een effectieve vermeerdering van de rijkspolitie blijft zo echter uit. Daarom start in 1858 het Korps Rijksveldwacht, meteen na de officiële formatie, met grootschalige werving om een sterkte van 700 man te bereiken. De rijksveldwachters verkrijgen de algemene opsporingsbevoegdheid, geldend voor het gehele rijk. Het korps wordt onderverdeeld in 9 districten met rond de 130 brigades.
Verder worden rijksveldwachter-rechercheurs aangesteld; in 1897 wordt deze recherchedienst omgedoopt in Rijksrecherche. De Marechaussee groeit ook geleidelijk in sterkte tot 4 divisies met rond de 175 brigades. De militairen van het Wapen worden na twee jaar dienst automatisch onbezoldigd rijksveldwachter, met algemene opsporingsbevoegdheid. Hiermee heeft de politiestructuur in Nederland in de loop van de 19de eeuw haar vorm gekregen: De gemeentepolitiezorg, ressorterend onder het ministerie van Binnenlandse Zaken, wordt uitgeoefend door de Gemeentepolitie en de Gemeenteveldwacht".
Tussen 1811 en 1898 werden in principe alle 20-jarige mannen opgeroepen om deel uit te komen maken van de Nationale Militie, de verre voorloper van ons en huidige nationale leger. Destijds kon je die plicht nog ontlopen, afgezien van als je leed aan gekrenkte geestvermogens of je was kleiner dan het kleinste uniform, door een ander te betalen om jouw plaats in te nemen. Na 1898 werd de persoonlijke dienstplicht ingevoerd en die verplichtte wettelijk iedere gezonde Nederlandse jongeman om vanaf de leeftijd van 18 jaar dienst te doen in het Nederlandse krijgsmacht. Leendert Tap zal ook niet onder die verplichting uit hebben gekund en je kunt je gerust afvragen of hij dat ook gewild zou hebben.
Hij kon niet kiezen of hij wel of niet in dienst wilde, maar wel of hij slechts soldaat wilde zijn of bijvoorbeeld marechaussee. De foto hogerop toont Leendert in zijn ceremonieel Marechaussee uniform.
Op www.marechausseesporen.nl wordt zijn dienstperiode als marechaussee ook verduidelijkt. En niet alleen van hem, maar ook van zijn oudere broers, die Leendert’s lichtend voorbeeld zouden kunnen zijn geweest. : (Broer Floris wordt twee keer genoemd omdat hij na een eerste termijn werd over geplaatst). Floris Cornelis en Marinus Tap werden marechaussee en Leendert volgde in hun voetsporen.
Een groep Marechaussees te Zaandam. Leendert Tap is de meest rechtse persoon op deze prachtige foto. De datum is op dat bord is niet heel duidelijk, maar er zou 11/4/'29 kunnen staan. Dan is Leendert op deze foto 29 jaar jong.
Van groot vermeldenswaardig belang is het om te verhalen over de reddingswerkzaamheden waaraan Leendert, tezamen met vele van zijn collega’s, zijn medewerking verleende, ten tijde van de watersnoodramp in 1926, die Dreumel en de zeer wijde omtrek teisterde en indringend ontwrichtte.
Het volgende krantenbericht heb ik er speciaal uit gelicht omdat het aan geeft dat de bewoners van Dreumel, bij het in gebreke blijven om vrijwillig (om welke goede reden dan ook) aan het overvloedige water te willen ontsnappen, door de Marechaussees werden gedwongen het onder water staande land en dorp te verlaten.
Gedurende die lovenswaardige en heroïsche escapades, waarbij vele Dreumelse levens konden worden gered, als gevolg van de dwang waarmee de marechaussees de bewoners uit Dreumel evacueerden, is op een uniek, te midden van alleen maar ellende, goed moment Leendert Tap in contact gekomen met Christina Aletta van Valburg, geboren en woonachtig te … Dreumel.
De –voor een geïnteresseerd toeschouwer aanvankelijk minder makkelijk te begrijpen- overplaatsing van het wereldse Utrecht naar het zeer plattelandse Kerkdriel, kan derhalve ineens gemakkelijk verklaard worden. Leendert en Christina waren verliefd en wilden bij elkaar zijn.
Het volgende gedocumenteerde feit waar we de naam Leendert Tap weer tegen komen, is de Dreumelse huwelijksakte, waarop aan gegeven wordt dat hij op 2 december 1930 in Dreumel trouwde met zijn Christina Aletta van Valburg. Dat is slechts 7 maanden na zijn overplaatsing naar Kerkdriel. Maar ga er maar gerust van uit dat ze al vanaf ongeveer 1926 verkering hadden.
Er is weinig -eigenlijk niets-bekend van de gebeurtenissen die plaats hebben gevonden tussen de dag waarop Leendert en Aletta Christina trouwden en de nacht waarin Leendert werd vermoord. Echter, een beroep uitoefenen waarbij je geacht werd om, vaak in je eentje, de orde te handhaven onder omstandigheden, waarbij personen zich lang niet gelaten willen laten dirigeren door wetshandhavers, was niet bepaald een doorsnee baan. En er waren al eerder zeer ernstige voorvallen geweest, waarbij veldwachters het leven hadden gelaten. Zoals medio januari 1929.
Leendert en Aletta Christina Tap hebben hun één jarig huwelijks jubileum waarschijnlijk bescheiden gevierd op 2 december 1931 en voor zover we dat 85 jaar later kunnen en mogen beoordelen, leek er een prachtige toekomst voor ze weg gelegd en weinig vuiltjes aan de lucht. Leendert in overheidsdienst, toch een zekerder toekomst dan schipper, arbeider, boer, dagloner of karman, om er slechts een paar op te noemen. Nu kun je als schipper, arbeider, boer, dagloner en karman ook plotseling aan het abrupte eind van je leven geraken, maar zoals dat Leendert over kwam, was triest, schokkend en een geweldige emotionele omwenteling in het leven van Christina Aletta en andere nauw betrokkenen.
Met name omdat zowel zij als Leendert al geruime tijd wisten van haar zwanger zijn. Op 2 februari 1932, een maand na de moord op haar vader en de man van haar moeder, wordt Leenderttina Tap geboren:
Leendert Tap heeft het allemaal, noch de rest, niet meer mee mogen maken.
De moordenaars van Leendert Tap ontliepen hun straffen uiteindelijk niet.
Mevrouw Leny van Soelen-Tap vertelde tijdens een van onze ontmoetingen bij haar thuis in Zaltbommel, dat haar grootouders (dus de ouders van haar moeder Christina Aletta van Valburg) in het allereerste huis woonden aan de Dreumelse kant van de gemeentegrens tussen Dreumel en Wamel. En ook daar voltrok zich een volgend drama, zij het deze keer gelukkig niet met fatale gevolgen voor de slachtoffers. Want slachtoffers waren en bleven het tenslotte wel.
Als een zeer hardnekkige dikke rode draad wordt de Dreumelse geschiedenis en bevolking af en aan geplaagd door alsmaar uitslaande branden. Er wordt telkens uitgebreid verslag over gedaan in nationale en lokale kranten, waarbij uiteraard aandacht wordt besteed aan eventuele slachtoffers, mensen en/of dieren. Maar niet veel minder aandacht gaat ook telkens uit naar de staat van verzekering van het pand dat ten prooi viel aan de vlammen. Het is het jaar 1934 en ik zoek naar een specifieke brand, maar kom al zoekende naar ... ondertussen nog een paar andere heet-van-de-naald-artikelen in de kranten tegen:
Maar ... gevonden ...
Als auteur, als lezer, als nabestaande(n) van Leendert Tap, als enige dochter van Leendert Tap … ben je dan al snel geneigd om eindelijk de laatste bladzijde van dit gruwelijke boek om te slaan en het boek voor altijd op te bergen.
Maar, hoe is het de gebroeders Rovers eigenlijk verder vergaan? Toch ook broers van elkaar, broers van mogelijke zussen, zoons van ouders, mogelijk zelfs echtgenoten van echtgenoten en vaders van zoons en of dochters, vrienden van vrienden en ingezetenen van een klein dorp waar iedereen iedereen kende en kent.
Volgens mevrouw Leny van Soelen-Tap gaat het verhaal dat een van de broers in de gevangenis zou zijn gestorven en dat de overige twee mogelijk amnestie zouden hebben gekregen als gevolg van het huwelijk van Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina van Oranje-Nassau met Bernhard Leopold Frederik Everhard Julius Coert Karel Godfried Pieter van Lippe-Biesterfeld.
Er is echter geen ènkele informatie, waar dan ook, voorhanden dat deze gratie-verlening van of Juliana en of Wilhelmina tot gevolg heeft gehad dat de Rovers-broers eerder dan rechtelijk verordineerd, vrij zouden zijn gekomen. Overigens … er zijn echt nèrgens gegevens te vinden over deze broers. Ik kan ze tenminste niet vinden. En dat moeten we wijselijk maar zo houden.
En IJje Wijkstra, de moordenaar van de vier veldwachters in Grootegast, Groningen ? in 1929.
Eind goed, al goed ... gaat hier niet op. Dit verhaal en de keiharde realiteit kende en kent alleen maar slachtoffers.
Het is helaas niet de eerste keer dat een veldwachter of rijksveldwachter het slachtoffer werd van gewelddaden gepleegd door de personen die later als dader werden veroordeeld. In Dreumel en in dit geval uiterst gelukkig zonder verlies van leven.
Zonder verder commentaar.